About
Ik ben opgegroeid zonder televisie, stripverhalen of andere visuele media, maar wel met een abonnement op National Geographic. Die maandelijkse stroom van beelden, de indrukwekkende landschappen, gedetailleerde macrofotografie en rauwe portretten van inheemse culturen werd mijn blik op de wereld. Ik bekeek die foto's los van hun context, als op zichzelf staande verhalen. Daar is mijn eerste beeldtaal en mijn fascinatie voor fotografie ontstaan.
Na mijn humaniora ging ik fotografie studeren aan Sint-Lucas Brussel. Al snel ontdekte ik dat mijn interesse niet in het vastleggen van de werkelijkheid lag, maar in het verbeelden ervan. Voor mij zit het verhaal niet in scherpe details, maar in de sfeer van het beeld. Ik zocht mijn weg in de donkere kamer en experimenteerde met technieken die fotografie uit haar realistische contexthaalden, het impressionissme in mijn achterhoofd.
Mijn carrière startte in de analoge fotografie, wat me de ruimte geeft om zowel met traditionele als hedendaagse technieken te spelen en zo de voorspelbaarheid van het medium te doorbreken.
Enkele jaren geleden werd mijn leven plots drastisch beperkt na een banaal fietsongeval. De tijd vergeelde letterlijk voor mijn ogen. Tijdens die periode begon ik met het maken van zonlichtafdrukken; ik legde objecten op papier en liet ze door het licht tekenen. Terwijl ik herstelde, bracht ik mijn gelimiteerde wereld verder in beeld, van trottoirs tot lage gevelstenen, alles wat binnen mijn beperkte gezichtsveld lag. Langzaam kreeg ik meer bewegingsvrijheid, en werd ook mijn blik weer wijder. Dit proces bracht me tot gelaagde composities, waarbij elke laag een afzonderlijk beeld vormt en samen één verhaal vertelt. Deze ervaring heeft mijn werk diep beïnvloed. Mijn natuuropnames verstillen door er mentale abstractie van te maken. Ik fotografeer met loeiharde Bach die door mijn oren schalt. Die muziek is geen achtergrondgeluid, maar een afbakening, een grens tussen mij en de buitenwereld. Om het gezang van vogels, het geritsel van struiken of het geluid van de wind te blokkeren. Niets mag me op dat moment herinneren aan de natuur zoals ze werkelijk is. Een gecontroleerde ruimte waarin ik kan kijken, zonder beïnvloed te worden. Wat ik vastleg is geen landschap, maar een interpretatie ervan, een portret van een element uit de natuur, los van plaats of tijd.
Vandaag werk ik nog steeds op de grens tussen fotografie en schilderkunst, met technieken die mijn vroege experimenten met analoge fotografie voortzetten. Ik haal kleur weg, voeg lagen toe en bouw beelden op. Hierdoor creëer ik een sfeer geeft die dikwijls meer aan schilderkunst dan aan fotografie doet denken. Ik beschouw mezelf dan ook vaak als een schilder gevangen in het lichaam van een fotograaf.